Vandaag komt belangrijk nieuws uit Europa.
Russische drones zijn hier niet langer alleen een Oekraïens probleem, want ze doorkruisen nu het Europese luchtruim in wat steeds meer lijkt op een gecoördineerde campagne van hybride intimidatie. Europese landen zijn nu in staat van paraatheid en proberen actief de details van de operatie te achterhalen.

In slechts enkele weken zijn drones waargenomen van Denemarken tot Duitsland, België en Frankrijk, zwevend boven luchthavens, energiecentrales, raffinaderijen en militaire bases.

De Deense autoriteiten sloten het luchtruim bij de luchthaven van Aalborg na meerdere waarnemingen, terwijl in het Duitse Schleswig-Holstein drones werden gemeld die perfecte rasterpatronen vlogen boven raffinaderijen, ziekenhuizen en zelfs een wapenfabriek – duidelijk verkenningsgedrag, geen willekeurige hobbyvluchten. Verder naar het zuiden moest de luchthaven van München tweemaal de activiteiten stilleggen na drone-inbraken, waardoor meer dan 6.500 passagiers strandden. Frankrijk registreerde een cluster van onbekende drones boven het militaire kamp Mourmelon-le-Grand, terwijl het Belgische Ministerie van Defensie vijftien drones bevestigde boven de basis Elsenborn, waar schietoefeningen aan de gang waren. Drones verschenen ook over de grens boven Düren in Duitsland. Zelfs luchthavens in Kopenhagen en Oslo werden getroffen, samen met olievelden in de Noordzee en Deense en Zweedse militaire locaties. Zoals de Deense minister van Defensie het ronduit stelde: dit is wat hij zou definiëren als een hybride aanval.

Onderzoeken in heel Europa tonen aan hoe complex deze operatie kan zijn, aangezien autoriteiten minstens drie mogelijke methoden achter de inbreuken traceren. Omdat de meeste drones worden omschreven als quadcopters en niet als langeafstandstypen, wordt de mogelijkheid dat ze vanuit Rusland zijn gelanceerd, uitgesloten.

Ten eerste wordt vermoed dat schepen van Rusland’s schaduwvloot drones lanceren of signalen doorgeven nabij Europese wateren. Een van deze schepen werd voor de kust van Frankrijk aan boord genomen op verdenking van betrokkenheid bij de drone-incidenten. De kapitein werd aangeklaagd omdat hij bevelen van de Franse marine had geweigerd. Ten tweede wordt er gedacht aan geheime assemblage aan land, waarbij Russische inlichtingenagenten of slapende cellen binnen EU-staten zelf lanceerlocaties opzetten. Recente arrestaties van vermeende Russische spionnen in Duitsland en Frankrijk, evenals strengere beperkingen voor Russische diplomaten, wijzen erop dat lokale cellen actief zijn. En ten derde, de meest schimmige laag: burgers die zijn omgekocht of gedwongen om deel te nemen. Criminele netwerken zouden helpen bij het samenstellen van drones, het leveren van onderdelen of zelfs het uitvoeren van lanceringen, vaak zonder volledig te begrijpen dat ze in dienst staan van de Russische Federatie.

Functionarissen beschrijven dit als Rusland’s nieuwe hybride doctrine – een manier om Europa te overspoelen met kleine, ontkenbare provocaties die verwarring zaaien en het vertrouwen in lokale veiligheidssystemen ondermijnen. Elk geval afzonderlijk lijkt gering, maar samen vormen ze een kaart van Russische invloed die diep in NAVO-grondgebied reikt.

Waarom Rusland dit doet, blijft onderwerp van debat, en Vladimir Poetin heeft de incidenten volledig afgedaan door te beweren dat Europa zichzelf aanvalt met denkbeeldige drones. Toch gelooft bijna niemand die verklaring, en analisten zien duidelijke strategische motieven achter de provocaties. Een daarvan is psychologische oorlogsvoering – aantonen dat geen enkel Europees vliegveld, energiecentrale of militaire basis buiten Russisch bereik ligt, en angst creëren voor Russische drone-inbraken.


Het einddoel zou zijn dat de militaire aandacht van Europa wordt afgeleid van Oekraïne, zodat landen hun focus en middelen richten op nationale verdediging. Een andere reden is militaire verkenning – het testen van Europa’s radarbereik, reactietijden en coördinatiecapaciteit. Vluchten boven kritieke infrastructuur en luchtmachtbases stellen Rusland in staat om de reactiesnelheid te meten zonder een schot te lossen.


Op de lange termijn helpt dit om kwetsbaarheden in kaart te brengen voor mogelijke sabotage. De Duitse minister van Binnenlandse Zaken noemde dit “een race tussen dronebedreigingen en verdediging” die Europa zich niet kan veroorloven te verliezen. Ook de keuze van doelwitten biedt aanwijzingen: het patroon van dronevluchten overlapt sterk met landen die aanzienlijke militaire steun aan Oekraïne verlenen.


Denemarken, waar Oekraïne binnenkort onderdelen voor zijn Flamingo-raketten zal produceren, heeft herhaaldelijk incidenten gezien. Duitsland en België, waar zich grote logistieke en trainingscentra bevinden, zijn eveneens onderzocht.


Over het geheel genomen behandelen Europese landen deze inbreuken, hoewel ze een escalatie willen vermijden, niet langer als geïsoleerde curiositeiten. Analisten stellen dat Poetin, door drones het NAVO-luchtruim in te sturen onder het mom van ontkenbaarheid, een signaal afgeeft dat hulp aan Oekraïne een prijs heeft.

Deze provocaties maken deel uit van Rusland’s bredere hybride strategie, die desinformatie, energiedruk en kleinschalige sabotage combineert om het Westen tot terugtrekking te dwingen. De Oekraïense president Volodymyr Zelensky drong er bij Europa op aan om deze incidenten te zien als een gecoördineerde Russische campagne tegen Oekraïne’s bondgenoten – en als onderdeel van dezelfde oorlog, alleen uitgevochten in een ander domein.

Opmerkingen