Vandaag komt het belangrijkste nieuws uit de Russische Federatie.
Hier heeft de Russische oorlogsinspanning een breekpunt bereikt, waardoor de staat maatregelen moet nemen die ooit ondenkbaar werden geacht om zijn militaire machine draaiende te houden. Met miljoenen slachtoffers en een instortende beroepsbevolking worden Russische tieners nu in hoog tempo ingezet in de oorlogseconomie om de gaten op te vullen.

In de afgelopen weken zijn er meldingen verschenen over significante verschuivingen binnen de Russische defensiesector. Wat deze berichten extra alarmerend maakt, is dat een van de eerste bevestigde gevallen van kinderarbeid naar voren is gekomen bij het Alabuga-complex, waar tieners nu worden ingezet om drones in elkaar te zetten. Sommigen worden gerekruteerd uit technische scholen, terwijl anderen met minimale training worden binnengehaald. De meesten wonen in bewaakte slaapzalen en werken onder toezicht, met straffen voor fouten en verhalen over gedwongen overwerk.

Het gevaar zit niet alleen in de werkomstandigheden zelf, maar ook in het feit dat Alabuga altijd een hoogwaardig doelwit voor Oekraïne is geweest. Omdat de Shahed-productielijn de langeafstandsraketaanvallen van Rusland ondersteunt, is het hele complex nu een legitiem militair doelwit, en de studenten binnenin worden feitelijk op het front geplaatst.

De situatie weerspiegelt de bredere ineenstorting van Rusland’s arbeidsbasis, en na meer dan 1 miljoen oorlogsslachtoffers, inclusief doden, gewonden, gevangenen en ontslagen, is er niet langer voldoende volwassen arbeidskracht om zowel het leger als de economie in stand te houden. Belangrijke sectoren, zoals de bouw, transport en productie, zijn nu overbelast, vooral in militaire zones. De omstandigheden bij Alabuga zijn waarschijnlijk niet uniek, aangezien soortgelijke faciliteiten in het hele land onder druk staan om output te behouden met een krimpende beroepsbevolking en stijgende vraag. Hetzelfde patroon zal zich waarschijnlijk elders herhalen: stille uitbreidingen, ongeschoolde arbeid en geen vangnet.

Voordat men zich tot kinderarbeid wendde, probeerde Moskou dit te compenseren via buitenlandse rekrutering, met grootschalige inspanningen om arbeiders uit Centraal-Azië, Zuid-Azië en Afrika binnen te halen; de resultaten bleven echter achter. De meeste recruten werden slecht geïntegreerd, misten relevante training en werden geconfronteerd met toenemende vijandigheid vanuit de Russische samenleving.

Die druk heeft ook deuren geopend voor Oekraïense inlichtingendiensten, aangezien enkele van Rusland’s meest destructieve verliezen aan drones en vliegvelden, inclusief de aanval die een derde van zijn langeafstandsbommenwerpers in één dag vernietigde, mogelijk werden gemaakt door operaties die deze zwakke punten binnen het arbeidsysteem exploiteerden. Verschillende werden zelfs omgeleid naar ondersteunende gevechtsrollen. Deze schandalen, gecombineerd met publieke wrevel, ondermijnden de gehele aanpak. Tegenwoordig bestaat buitenlandse rekrutering nog steeds, maar wordt het niet langer als een duurzame oplossing gezien.

Ruslands afhankelijkheid van tieners is niet alleen een arbeidsprobleem; het is structureel, aangezien de oorlogsmachine van Rusland arbeidskrachten sneller verbruikt dan ze kunnen worden vervangen. In plaats van terug te schalen, wordt het net alleen maar groter: eerst migranten, dan gevangenen, nu leerlingen. Het doel blijft altijd hetzelfde: de productie op peil houden, ongeacht de kosten. Daarom worden klaslokalen omgevormd tot slaapzalen, worden leraren opzijgezet voor productiequota, en leren studenten kernkoppen bedraden in plaats van wiskunde.


Deze aanpassingen komen echter met een prijs, aangezien civiele infrastructuur wordt omgevormd voor militair gebruik, waardoor de scheidslijn tussen burger en strijdkracht vervaagt. Door industriële locaties te militariseren en te vullen met ongeschoolde minderjarigen, stelt Rusland hen bloot aan directe vergelding.


Als een dronefabriek een militair knooppunt wordt, komen civiele arbeiders, inclusief studenten, in het vizier van aanvallen. De verschuiving naar massale militarisering van de samenleving versterkt Rusland niet; het legt de kern bloot, en met elke aanpassing groeit die kwetsbaarheid.


Al met al is het gebruik van tieners in dronefabrieken geen tijdelijke oplossing; het is een waarschuwingssignaal. Rusland heeft zijn reservearbeid opgebruikt, zijn opties voor buitenlandse rekrutering uitgeput, en staat nu voor een tekort aan interne middelen. Als de oorlogsinspanning nu afhankelijk is van minderjarigen om productielijnen draaiende te houden, wijst dit erop dat Rusland zijn reservearbeidscapaciteit heeft uitgeput, een teken van versnellende interne uitputting. Naarmate Rusland zijn systeem uitbreidt om de oorlogsproductie te handhaven, neemt de kans toe dat Oekraïne zijn diepgaande aanvalscampagne opvoert, niet alleen gericht op bevoorradingslijnen, maar op de infrastructuur en het arbeidsmodel dat de Russische productie ondersteunt.

Opmerkingen