Vandaag komt het grootste nieuws uit de Russische Federatie.
Hier bereikt de zich uitbreidende brandstofcrisis nieuwe hoogten, aangezien geen van de maatregelen van de staat enig effect lijkt te hebben; de wanhoop groeit. Tegelijkertijd doen de Europese bondgenoten van Oekraïne er alles aan om de Oekraïense sancties tegen de Russische olie-industrie te versterken en mogelijk een nieuwe manier te vinden om EU-brede sancties op te leggen, terwijl ze potentiële pro-Russische veto’s omzeilen.

De beschikbaarheid van brandstof in het door Rusland bezette Krim en verschillende Russische regio’s verslechtert veel sneller dan de staat had voorzien. Terwijl de Krim-autoriteiten eerder beloofden dat de situatie spoedig zou worden opgelost, werden zij onlangs gedwongen om strengere rantsoeneringsmaatregelen in te voeren, waarbij de verkoop werd beperkt tot slechts twintig liter per voertuig. Helaas voor de Russen heeft dit alleen maar geleid tot paniekaankopen, aangezien de brandstofvoorraad van drie dagen op sommige stations binnen één dag was uitverkocht. Aanhoudende aanvallen sinds augustus hebben de raffinagecapaciteit zwaar getroffen; extra grote raffinaderijen zoals Kinef en Rjazan zijn gedwongen de productie te stoppen, waardoor inmiddels ongeveer veertig procent van de Russische raffinagecapaciteit is stilgelegd.

Volgens schattingen heeft het Russische brandstoftekort in september alleen al één miljoen ton bereikt. Toch geven de Oekraïense aanvallen en sabotage geen enkel teken van afname, waarbij onlangs een vrachtwagen opzettelijk een spoorwegovergang overstak en in botsing kwam met een Russische brandstoftrein die brandstof uit Belarus vervoerde — twaalf wagons vlogen in brand.


Europa heeft gereageerd door zijn economische instrumenten verder aan te scherpen, aangezien de Europese Commissie het negentiende sanctiepakket heeft goedgekeurd, dat gericht is op het beperken van Russische energie-inkomsten en het verder voorkomen van sanctieontwijking. Belangrijke maatregelen zijn onder meer een versnelde afschaffing van Russische vloeibaar aardgas in de EU tegen 2027, een verlaging van het olieprijsplafond tot achtenveertig dollar per vat, een uitbreiding van de zwarte lijst van schaduwvloot-tankers, en strengere beperkingen op financiële en technologische stromen die de geraffineerde aardolie- en petrochemische sectoren ondersteunen. Dit zijn ingrijpende maatregelen die bedoeld zijn om inkomstenstromen af te snijden in plaats van afzonderlijke markten te reguleren.


De druk op de Russische maritieme levenslijnen heeft al resultaten opgeleverd, aangezien Franse maritieme en rechtshandhavingsdiensten onlangs een tanker hebben onderschept en vastgehouden die verbonden is met de Russische schaduwvloot, voor de Atlantische kust. Franse troepen enterden het schip nadat het was vertrokken uit de Russische haven Primorsk, en stelden onregelmatige identificatiesignalen en tekenen van sanctieontwijking vast. De inbeslagname door Frankrijk, zelfs in de Golf van Biskaje, onderstreept dat heel Europa vastbesloten is om Russische pogingen tot sanctieomzeiling overal ter zee tegen te gaan.

Het is echter belangrijk op te merken dat sanctiepakketten vaak traag van kracht worden, afgezwakt of herschreven om de instemming van alle lidstaten te verkrijgen, met name van enkele pro-Russische spelers.

Omdat dit herhaaldelijk hun effect vermindert, pleiten verschillende vertegenwoordigers nu voor de invoering van tarieven op Russische energie-exporten in plaats van sancties. Opvallend is dat het opleggen van EU-brede tarieven geen unanieme stemming vereist en dus de veto’s kan omzeilen die eerder strengere maatregelen hebben geblokkeerd. Omdat tarieven slechts een gekwalificeerde meerderheid vereisen, zou het probleem van een eenheidsveto, dat bij sancties wel geldt, niet meer van toepassing zijn.

Over het geheel genomen zorgt de wisselwerking tussen aanvallen op het slagveld die de raffinagecapaciteit uithollen en gecoördineerde beleidsmaatregelen in Brussel voor een tweesporeneffect: onmiddellijke pijn aan de pomp en een druk op Rusland’s pogingen om dit internationaal te compenseren. Als de onderschepping en gerichte handhaving doorgaan terwijl de EU snellere, meerderheidsgedreven handelsmaatregelen invoert, zal Moskou voor moeilijke keuzes komen te staan: brandstof subsidiëren tegen steeds hogere kosten, regionale tekorten accepteren die de binnenlandse controle ondermijnen, of steeds riskantere ontwijkingspogingen ondernemen die meer inbeslagnames en juridische repercussies uitlokken. De Europese aanpak is geen snelle knock-out, maar een langdurige campagne via tarieven kan uiteindelijk meer effect hebben dan halfslachtige sancties, waarbij veel individuen en bedrijven moeten worden uitgesloten om unanimiteit te bereiken.

Opmerkingen