Vandaag komt het grootste nieuws uit de Zwarte Zee.
Hier zijn Russische aanvallen op commerciële schepen nu rechtstreeks in botsing gekomen met de belangen van Turkije in de Zwarte Zee. Slechts enkele dagen nadat Moskou Europa en NAVO-staten, waaronder Turkije, ervan beschuldigde Oekraïense aanvallen aan te sturen, werd ditzelfde narratief gevolgd door aanvallen op schepen die worden geëxploiteerd door een NAVO-lid zelf.

Recentelijk troffen Russische strijdkrachten twee door Turkije geëxploiteerde schepen nabij Odesa, en Moskou presenteerde deze treffers niet als onbedoeld; Kremlin-gelieerde Russische kanalen stelden de aanvallen op de tanker Viva en de veerboot Cenk voor als precieze, opzettelijke aanvallen uitgevoerd met drones uitgerust met besturingsverbindingen en camera’s.

Beelden van de bemanningen toonden hoe branden zich over de schepen verspreidden terwijl noodteams probeerden de schade te beperken. Russische commentatoren kaderden het incident als een boodschap aan Kyiv en beweerden dat Moskou liet zien dat het het havenverkeer kon stilleggen als Oekraïense strijdkrachten Russische tankers zouden blijven aanvallen. Het probleem met deze interpretatie is dat zij de bredere context negeert, want Turkije ziet hierin geen gecontroleerde waarschuwing aan Oekraïne, maar een onnodige aanval op schepen die onder Turkse vlag varen en door Turkse bedrijven worden geëxploiteerd, uitgevoerd in de exclusieve economische zone van Oekraïne, waar Ankara voorspelbare veiligheidsomstandigheden verwacht. Dit is van belang omdat de Zwarte Zee voor Turkije niet slechts een zeeroute is; zij vormt een kernonderdeel van de economie, aangezien een groot deel van de Turkse korteafstandsscheepvaart door de corridor Odesa–Constanța–Istanbul loopt, die de Turkse industrie verbindt met Oekraïense landbouwexporten, brandstofstromen van regionale leveranciers en bulkgoederen die via het noorden van de Zwarte Zee worden vervoerd.

Turkse scheepvaartbedrijven onderhouden een dichte rotatie van tankers, duwbakken en vrachtschepen langs deze routes, en hun verzekeringen, contracten en leveringsschema’s zijn gebaseerd op de aanname dat commerciële vaartuigen niet rechtstreeks worden aangevallen. Wanneer Russische aanvallen Turkse schepen treffen, introduceren zij vijandigheid in een systeem dat afhankelijk is van snelheid en voorspelbaarheid. Als verzekeraars premies verhogen of dekking beperken, wordt scheepvaart trager en duurder. Daarbovenop geldt dat wanneer bedrijven ladingen via de Middellandse Zee omleiden, Turkse rederijen aan concurrentiekracht verliezen, en wanneer bemanningen weigeren naar betwiste zones te varen, vertraagt de havenrotatie. Het resultaat is een directe economische kost voor Ankara en een reputatiekost voor elke regering die haar eigen maritieme routes niet kan beschermen.

Turkije heeft krachtig en zonder dubbelzinnigheid gereageerd, in lijn met zijn langdurige praktijk om rode lijnen rond zijn veiligheid en luchtruim te handhaven. President Erdoğan onderstreepte deze houding door tijdens zijn ontmoeting met Vladimir Poetin publiekelijk te eisen dat aanvallen op havens en energie-infrastructuur onmiddellijk worden gestaakt. Ankara liet vervolgens zien dat dit geen retoriek was: een Turkse F-16 schoot prompt wat leek op een Russische langeafstandverkenningsdrone neer boven de Zwarte Zee, een platform dat Oekraïne in dat gebied niet inzet, waar alleen de NAVO en Rusland over diepverkenningsmiddelen beschikken.

Turkse functionarissen plaatsten het incident in het kader van een bredere waarschuwing tegen het veranderen van de Zwarte Zee in een confrontatiezone en gaven aan dat dergelijke aanvallen worden gezien als destabiliserende acties met ernstige regionale gevolgen, en niet als geïsoleerde voorvallen. Deze verschuiving is belangrijk, omdat Turkije’s invloed in de Zwarte Zee berust op zijn vermogen om veiligheidswaarborgen te handhaven voor zijn eigen scheepvaartgemeenschap en die van anderen, en door zich publiekelijk uit te spreken zegt Turkije dat Moskou de grenzen van dat evenwicht test.

Belangrijk is dat Rusland zich deze escalatie niet kan veroorloven, aangezien Turkije een van de weinige grote NAVO-staten is die Moskou nog commerciële en diplomatieke speelruimte biedt. Turkse havens verwerken olieproducten, industriële goederen en goederen voor tweeërlei gebruik die Rusland elders moeilijk kan verkrijgen. Turkse banken en tussenpersonen helpen Rusland bij het omzeilen van sancties, en Turkse bedrijven ondersteunen logistieke ketens die Russische industrieën bevoorraad houden, terwijl Turkse diplomatie Rusland minder geïsoleerd maakt in fora waar Ankara kan bemiddelen tussen Moskou, Kyiv en westerse hoofdsteden. Als Ankara deze relatie heroverweegt, krijgt Rusland te maken met tragere handel, minder achterdeurtjes en strengere beperkingen op precies die goederen die zijn oorlogseconomie in stand houden. De gevolgen reiken verder dan de economie, aangezien de Russische invloed in Syrië kwetsbaarder wordt, de hefboomwerking van Rusland in de Zuidelijke Kaukasus afneemt en Ankara meer ruimte krijgt om zich nauwer te scharen achter westerse veiligheidsprioriteiten, mocht het dat willen. Eén maritieme misrekening kan zich zo uitbreiden tot een strategische tegenslag.

Alles bij elkaar leggen de Russische aanvallen op aan Turkije gelieerde schepen een risico bloot dat veel verder gaat dan maritieme druk, aangezien Ankara een van Moskou’s laatste grote partners is voor handel, doorvoer en diplomatieke flexibiliteit, en elke verslechtering van deze relatie sanctietrajecten zou aanscherpen en Russische regionale operaties zou compliceren. Als dit patroon zich voortzet, zal Moskou te maken krijgen met toenemende beperkingen in energielogistiek, financiële kanalen en coördinatie in Syrië, waardoor een kortetermijndrukmiddel verandert in een langetermijnstrategische kost.


.jpg)








Opmerkingen