Onlangs zijn er berichten verschenen die bevestigen dat de Verenigde Staten en Israël dicht bij het uitvoeren van een massale gezamenlijke luchtaanval op de nucleaire infrastructuur van Iran stonden. De operatie werd uiteindelijk afgeblazen, maar de onthulling heeft geleid tot intensief onderzoek naar de veranderende dynamiek van militaire planning en afschrikking in het Midden-Oosten.

Het doel van de Verenigde Staten en Israël was om Iran’s nucleaire ontwikkelingscapaciteit uit te schakelen of ernstig te verzwakken. De geplande aanvallen waren gericht op het vernietigen van belangrijke verrijkings- en wapenlocaties, in het bijzonder de versterkte installaties in Fordow en Natanz.

De reden waarom de Verenigde Staten en Israël dit doel wilden bereiken, is dat Iran’s nucleaire programma verder gevorderd was dan eerdere drempels, waardoor het dicht bij een "breakout"-moment kwam.

Inlichtingenrapporten toonden aan dat Iran uranium verrijkte tot 90%. Terwijl het belangrijke locaties verspreidde en versterkte, liepen diplomatieke inspanningen vast nadat Iran het aanbod van Trump voor een nieuwe deal afwees. Nu het venster voor een politieke oplossing aan het sluiten was, zagen militaire planners een aanval als de enige overgebleven optie om Iran tegen te houden voordat het een rode lijn zou overschrijden.


Om dit doel te bereiken, voerden de Verenigde Staten en Israël uitgebreide militaire voorbereidingen uit. Israël mobiliseerde meer dan 100 gevechtsvliegtuigen, waaronder F-15’s en F-35’s, samen met inlichtingen-drones en tankvliegtuigen. De Verenigde Staten positioneerden stealthbommenwerpers op Diego Garcia en stuurden een vliegdekschipgroep naar de Golf. Doelwitten waren vastgesteld, met faciliteiten in Natanz, Fordow en Isfahan gepland voor precisiegegeleide raketaanvallen. De operatie zou in fasen verlopen, te beginnen met het uitschakelen van luchtafweer, gevolgd door bunker-busting munitie op de nucleaire infrastructuur. Geallieerde eenheden voor elektronische oorlogsvoering waren al begonnen met het testen van Iran’s radarsystemen ter voorbereiding. Golfpartners werden geïnformeerd, en diplomatieke dekking werd geregeld via achterkanalen met Europese bondgenoten.

Het resultaat kwam er uiteindelijk niet van, want volgens inlichtingenlekken werd de operatie op het laatste moment afgeblazen door Israëlische en Amerikaanse leiders vanwege interne meningsverschillen en zorgen over escalatie. De CIA zou hebben gewaarschuwd dat Iran kon terugslaan met een golf van regionale proxy-aanvallen op Amerikaanse ambassades en olie-infrastructuur. Ondertussen vreesden Israëlische inschattingen een barrage van Hezbollah als de operatie van start zou gaan.

De beslissing om af te zien van de aanval liet een groot deel van de ingezette troepen in afwachting achter, met middelen die langzaam terugkeerden naar een normale staat van paraatheid. De bekendmaking van de operatie heeft echter als waarschuwing gediend, waarbij satellietbeelden bevestigen dat Iran extra luchtafweersystemen heeft ingezet rond belangrijke locaties.

De annulering van de aanval creëerde een gemengd beeld. Voor Iran betekende het een nipte ontsnapping die de effectiviteit van zijn gelaagde afschrikkingsstrategie, met name via zijn proxy-netwerk, bevestigde. Maar het legde ook de snelheid en schaal van de Amerikaanse-Israëlische mobilisatie bloot, waarmee werd aangetoond hoe gemakkelijk het Westen een verwoestende aanval zou kunnen coördineren. Het grootste probleem voor de Verenigde Staten en Israël is het beheersen van escalatie; elke eenzijdige aanval kan een regionale oorlog ontketenen, terwijl inactiviteit de geloofwaardigheid van afschrikking ondermijnt.

Voor Iran is de belangrijkste zorg nationale trots. Nu het weet dat de rode lijnen bijna werden gehandhaafd, moet Teheran zijn risicobereidheid herzien. Maar de gebeurtenis biedt ook kansen: deze bijna-aanval kan worden benut om nationalistische gevoelens aan te wakkeren en het verzetnarratief verder te versterken.

Om in deze nieuwe context te opereren, moeten alle actoren zich aanpassen. Israël herziet al zijn drempels voor toekomstige interventies en roept op tot nauwere coördinatie met de Amerikaanse inlichtingendiensten en explicietere rode-lijnverklaringen. De Verenigde Staten zijn via Oman en Qatar begonnen met diplomatiek achter-de-schermen overleg om hun serieuze bedoelingen duidelijk te maken zonder een open oorlog uit te lokken.

Ondertussen is Iran begonnen met het rouleren van troepen binnen belangrijke bases, het verhullen van de indeling van zijn verrijkingsfaciliteiten en het versterken van de luchtafweer.

Tegelijkertijd heeft Teheran een nieuwe diplomatieke campagne gelanceerd, waarbij het zich gekrenkt opstelt maar ondertussen stilletjes zijn nucleaire werkzaamheden in de installaties versnelt. In de hele Golfregio heroverwegen bondgenoten hun nabijheid tot Amerikaanse middelen, uit angst dat de volgende beslissing mogelijk niet wordt teruggedraaid.

Al met al onthult de bijna-aanval op Iran zowel de kwetsbaarheid als de volatiele aard van afschrikking via rode lijnen in het Midden-Oosten van vandaag. De planning van de operatie toonde aan hoe ver de VS en Israël bereid zijn te gaan, maar de annulering illustreerde de problemen van moderne conflicten, waarbij escalatie moeilijk beheersbaar is. Terwijl Teheran zich aanpast en het Westen zijn strategie herzien, betreedt de regio een nieuwe fase van hoog-risico-politiek, waarin de volgende crisis misschien niet met terughoudendheid eindigt.

Opmerkingen